In mijn vak is het de kunst om iemand naar zijn essentie te brengen.
Maar wat is essentie? En hoe kom je daar uiteindelijk uit?
Ik kom terug naar de essentie als ik steeds weer een laagje dieper durf te gaan. Dat ik dat wat er ten diepste is in het moment waarin ik ben, volledig door me heen kan laten gaan. Dat ik het NU volledig kan toelaten. Dat wat er is, dat is er. Of het nu positief is of negatief, dat maakt niet uit. Wat is, dat is.
Elke keer val ik weer wat dieper en komt er weer iets nieuws in mezelf naar boven. Als ik het toelaat, dan komt er weer een beetje meer van mij vrij. Er komt meer liefde in mijn leven, ik kan steeds meer genieten, mijn vermogen tot geven groeit en ik kan steeds beter ontvangen. Met andere woorden: ik kom steeds meer tot leven. Elke keer meer. Terwijl ik al heel lang blij ben met waar ik ben. De liefde blijft zich verdiepen.
Er is maar één voorwaarde om bij mijn essentie te komen. Dat is een keuze die ik zelf mag maken, om verder te gaan, de waarheid te verdiepen, en te leren om me over te geven aan iets wat groter is dan ik.
En door de pijn heen te gaan.
Voor pijn ben ik allang niet meer bang.
Vroeger wel, ik dacht dat ik de beerput niet aankon.
Maar die beerput betekende mijn bevrijding.
Het bleek geen beerput te zijn.
Uiteindelijk klopt alles.
Alleen zag ik het pas toen ik het kon zien.
Niet iedereen wil dit.
Veel mensen draaien van hun essentie af, omdat ze bang zijn voor hun gevoel. Van je essentie ga je af door te (ver)oordelen, door te adresseren, te verdedigen, aan te vallen, te vergelijken, te blijven praten, nog meer te begrijpen, in de waarom vraag blijven hangen, door niks te zeggen en te duiken of te schuilen. Ziek te worden. Door te vluchten.
Maar waarheen?
Waar ga je dan naartoe?
Het leidt tot niets, behalve dat je van je essentie afgaat. En afblijft.
Dat is precies wat het Ego wil.
Afgesneden van je bron. Afgescheiden van de onvoorwaardelijke liefde.
We hebben allemaal strategieën in het verleden aangeleerd om met moeilijke gevoelens om te gaan, overleefpatronen.
Vaak zit er een kwaliteit van onszelf in. Wat je kan misleiden. Je denkt dan dat je lekker bezig bent.
Als je bijvoorbeeld een enorme drive laat zien, terwijl je in werkelijkheid opgefokt bent;
Als je veel kracht hebt, die je gebruikt om de ander even goed de waarheid te vertellen;
Als je goed kunt zwijgen, terwijl je zou moeten reageren;
Als je zo’n commitment hebt, terwijl je je in feite helemaal leeg geeft.
Het is niet wie je bent, het is wat je doet.
Je kunt anders kiezen. Niet door nooit meer in je schuilplaats te komen, maar door deze te verlaten. Door elke keer terug te keren naar wat er dieper leeft in jou.
Door een klein beetje contact te maken met de verborgen, ver weggestopte gebieden in jezelf.
Om dan te ontdekken, dat de angst voor het gevoel, de beerput, erger is dan de beerput zelf.
Om te ontdekken dat je daar tot leven komt.
Dat gevoel leven geeft en de gebieden waar je niet wilde zijn, dode gebieden zijn in jezelf.
Dat je tot bloei komt als je daar weer kunt voelen.
Dat je gaat leven als je het kunt delen.
En dat je er vrij van wordt.
En niet meer bang.
Dat je kunt genieten.
Dat je kunt lachen.
En huilen.
Dat je echt in contact kunt komen met bijna iedereen die je ontmoet.
Als het niet lukt, dan weet je: ‘O, daar ben ik nog niet vrij.’ En dat is helemaal oké. Daar is dan weer een nieuw gebied in jou, wat ook mag gaan leven.
Want een ander is alleen maar een weerspiegeling van jezelf.
Tot alles bij je thuis is gekomen.
Alles.
Dan blijf je zelf over en heb je toegang tot de kracht van het universum.
Want jij bent het universum.
Het is voor mij bijna onmogelijk om te begrijpen dat iemand dat niet wil. Omdat de pijn, hoe groot het ook is, in het niet valt bij wat je ervoor terugkrijgt.
Ik gun het jou ook.
Ga het leven aan.
Ga er niet vanaf.
Prettig kerstfeest.
~ Annemarie Baltus
22 december 2017