‘Kunnen we misschien een pasta maken voor de groep, die morgen komt, in plaats van een broodmaaltijd? Dat vind ik wat lekkerder in de winter.’, app ik naar M. Het is nog lang geen winter. Ik heb het ijskoud. Na de app realiseer ik me opeens dat ik het zo koud heb, omdat ik niet voel.
Een stroef gesprek met iemand waar ik veel om geef, eerder op de dag is me letterlijk niet in de ‘koude kleren’ gaan zitten. Een gesprek dat rechtstreeks een gevolg is van mijn reset.
‘Ik leef voor mezelf’ betekent ook kiezen voor wat goed is voor mij, waar ik me comfortabel bij voel. Ik ben er niet altijd van overtuigd dat dat ook goed is voor de ander. Misschien is die er wel niet blij mee. Dat vul ik natuurlijk in. Maar invullen of niet, ik bevries van het gesprek. En als ik warm wil worden zal ik toch moeten voelen.
Tijdens het eten met mijn gezin kan ik mijn aandacht er niet bij houden. Ik stel vragen twee keer, en ik krijg van mijn zoon de vraag of ik misschien dementeer. Ik ben hoog sensitief en mijn hoofd is mijn schuilplaats als ik niet wil voelen. Begrijpen, doorgronden, analyseren.
R. stelt voor om even een rondje te lopen met Pip, onze hond.
Ik heb geleerd om de gevoelens die er zijn toe te laten, en helemaal te doorvoelen, zodat ze ook weer verdwijnen. Gevoelens willen gevoeld worden. Dat is alles. Als je de diepte van het gevoel kunt toelaten, ebt het gewoon weg. Als een golf die opkomt en weer wegtrekt. Vanuit mijn vak klopt dit. Ik leer het anderen ook.
Maar ik heb het nu zelf ijskoud, zit in mijn hoofd en voel niets.
De warme hand van R. doet mij goed. Ik moet opeens huilen. Ik voel me ontzettend teleurgesteld en verdrietig.
R. is stil. Ik hoef niets te zeggen of uit te leggen. Ik hoef het niet te begrijpen of te verklaren. Ik voel alleen maar. Tot mijn verwondering lukt het nu wel om bij mijn gevoel te blijven en het uit te voelen.
Opeens schrikt R. op. ‘Waar is Pip?’
Geen idee. We zien haar niet.
Ik heb de riem in mijn zak.
Geen spoor van Pip als we haar roepen. Ze zal toch niet weg zijn?
Snel lopen we terug naar huis.
Daar is ze, blij kwispelend achter het raam.
Gelukkig.
‘Hi mam, jullie zouden toch wandelen met Pip? Wat doet ze nog hier?’
Pip vergeten. Het is me nog niet eerder overkomen.
Ik ben warm en thuis.
‘Home is where the heart is.’
Voor mij nu extra belangrijk.
~Annemarie Baltus
6 september 2018