Het onbewuste besluit
We plaatsen het bewustzijn op een voetstuk, zien het als de kroon op de evolutie en denken dat het ons onderscheidt van andere dieren: dat het ons verstandig en rationeel maakt, dat het de baas is in ons brein en dat het ons gedrag stuurt. Ons onbewuste daarentegen zien we als ondergeschikt. Het is niet meer dan een hulpje van het bewustzijn. In Het slimme onbewuste laat Ap Dijksterhuis zien dat deze zienswijze onzinnig is en dat juist het onbewuste allesbepalend is. Ons onbewuste stuurt (met een verwerkingscapaciteit die ongeveer 200.000 keer zo groot is als die van het bewustzijn) ons gedrag, ons denken en onze gevoelens.
Dit boek is een aanrader voor iedereen die zich wil verdiepen in het verschil tussen het bewuste en het onbewuste. Het boek is wetenschappelijk onderbouwd. Dijksterhuis beschrijft interessante experimenten, die aantonen dat het onbewuste oneindig veel groter is dan het bewuste. Onze besluiten komen uit het onbewuste en het onbewuste bepaalt ook ons gedrag. Het komt erop neer dat ons onbewuste een soort black box is, waaruit het bewuste alleen de antwoorden krijgt. We hebben (nog) geen idee hoe het onbewuste aan de antwoorden komt.
Het lijkt alsof we geen vrije wil hebben. Grote besluiten hebben zelfs de neiging om slechter te worden, als je er bewust lang over gaat nadenken. Je kunt er beter een nachtje over slapen. Het onbewuste houdt met meer criteria rekening dan je bewust kunt doen. Als je de volgende dag nog steeds een goed gevoel over een besluit hebt, doe het dan gewoon. Uit onderzoek blijkt dat een goed gevoel een graadmeter is voor een goed besluit.
Het boek is goed leesbaar, helder en met herkenbare voorbeelden. Dijksterhuis hangt het idee aan dat het bewuste een soort bijverschijnsel is van ons onbewuste, vanuit toeval ontstaan door de evolutie. Zonder bewustzijn heb je geen besef van het ik, dan zijn we niets. Dat is geen probleem, je mist het bewustzijn immers ook niet als je slaapt. Het bewustzijn heeft dus geen echte functie, behalve dat we kunnen ervaren. Het is een toevallig gelukje. De vragen worden vanuit deze zienswijze beantwoord. Dat vind ik de enige grote beperking van het boek. Want hoe werkt dat onbewuste dan? Op basis van wat maakt het zijn keuzes? We hebben geen idee.
Je kunt je onbewuste wel bewust beïnvloeden, priming heet dat, zodat er uit de black box van het onbewuste uiteindelijk andere besluiten komen. Dijksterhuis geeft veel voorbeelden van experimenten. Boeiend, want zo beïnvloed je wel degelijk met het bewuste het onbewuste. Als je jezelf bijvoorbeeld voedt met liefdevolle gedachten, dan zijn je besluiten uit het onbewuste meer in lijn hiermee. En andersom geldt dit ook.
Toch blijft er een vraagstuk dat mij fascineert over nadat ik het boek heb gelezen. Er is een onderzoek geweest (wat niet in het boek beschreven wordt), waarbij mensen willekeurige plaatjes te zien krijgen op een beeldscherm. Er zijn twee soorten plaatjes. Gewelddadig of liefdevol. Bij het zien van deze plaatjes worden andere hersengebieden geactiveerd. Het blijkt dat in onze hersenen de hersengebieden al actief worden die horen bij het plaatje geweld of liefde, vóórdat we het ad random getrokken plaatje zien, dus voordat we weten welk plaatje het wordt. En dit klopt altijd!
Fascinerend toch. Besluit ons onbewuste wat we te zien krijgen? Of zou dat ook kunnen betekenen dat er al een toekomst vast staat, zonder dat we het bewust weten, en dat ons onbewuste dit wel weet? Hebben we daarom een goed gevoel als we een groot besluit nemen, omdat het past in een bepaalde toekomst (waarvan ons onbewuste al weet dat dit goed voor ons is)? Heeft ons onbewuste al een herinnering aan een goede of een minder goede toekomst?
Het zou interessant zijn om deze vragen eens wetenschappelijk te onderzoeken.
~ Annemarie Baltus
22 februari 2016