In een gesprek met J. bleek dat hij vast zat. Dat wilde hij natuurlijk niet meteen toegeven, dus hij draaide er even omheen: ‘Ik zit niet overal vast, zo erg is het echt niet’. Bij mij kwam de vraag op waarom wij het zo moeilijk vinden om iets te erkennen of toe te geven waar het niet lekker loopt in ons leven. Door het niet te erkennen is het moeilijk om iemand te kunnen helpen. Sterker nog het gaat niet. Erkenning van het pijnpunt is altijd nodig om hulp toe te kunnen laten. Daarna kun je je laten helpen.
Voor je ontwikkeling is het belangrijk dat je het gebied waarop je wilt groeien vast kunt pakken, met je weerstand en al. Dat betekent erkennen: ‘Ik zit vast op dit gebied en alles in mij verzet zich tegen deze conclusie.’ Dan ben je dichter bij de doorbraak, dan dat je de kracht van het vastzitten vermijdt door er omheen te draaien en alle gebieden in je leven op te noemen waar je nog niet vastzit.
Als je je wilt ontwikkelen, dat wil J. anders kwam hij niet bij mij, dan is het belangrijk dat je weet dat bevrijding uit vastzitten komt door er juist doorheen te gaan. En niet er van af door een focus te leggen daar waar het goed gaat. Er vanaf gaan is uitstel van executie. Je gaat dan in de herhaling, totdat je er een keer wel doorheen gaat.
J. kan niet voelen dat hij in zijn werk van betekenis kan zijn voor anderen. Hij kan bijna nergens geven en voelt zich daardoor niet van waarde. Ik zei tegen J.: ’Als je vastzit in je leven, dan is het tijd om te nemen van anderen.’ Zijn reactie was: ‘Huh?’
Ik zei: ‘Jij bent van waarde voor mij, als je neemt van mij. Want ik kan geven als jij neemt. Je bent dus ook van waarde als je neemt en niet alleen als je geeft. Ik heb jouw nemen nodig. Kun je dat voelen?’ Dat kon hij niet. En met hem kunnen heel veel mensen dat niet.
Dat ik dat zelf ook niet kan, realiseerde ik me in het gesprek met J. Als ik neem van anderen (dus als een ander mij helpt), dan voel ik namelijk ook niet dat ik van waarde ben. Ook niet als ik blij ben met de hulp.
Ik heb wel eens in een training gevraagd: ‘Wie wil hier zijn collega’s helpen?’ Alle handen gingen de lucht in. ‘Wie wil hier geholpen worden?’ Bijna niemand reageerde. Iedereen wil helpen, maar niemand wil geholpen worden. Als we iets nodig hebben, dan willen we dat het liefst zelf oplossen.
Wij kunnen alleen maar voelen dat we van waarde zijn, als we kunnen geven en niet als we nemen. De paradox is dat je echt iemand nodig hebt om aan te geven en die persoon is net zo waardevol. Juist door de waarde te voelen van nemen en tegelijkertijd de waarde te voelen van geven, kom je in balans.
Als je vastzit, dan is het tijd om te nemen. Als je ruimte hebt, dan is het tijd om te geven. Als je kunt aannemen, dan ben je van waarde voor anderen. Nemen is evenveel waard als geven.
Laatst was ik aan het lunchen met T. en zij wilde betalen (Dat is voor mij een dingetje). Ze zei: ‘Laatst heeft iemand tegen mij gezegd dat het een eer is als je mag betalen. Dus ik wil graag voor je betalen.’ Prachtige uitspraak, want ik besefte meteen dat het een eer is dat ik mag ontvangen. Vervolgens voelde ik me wel wat ongemakkelijk (ik zei het al, dat is voor mij een dingetje).
Jaren geleden heb ik een lezing gelezen van Eva Pierrakos over geven en nemen. Daarin schrijft zij dat geven en nemen hetzelfde is. Precies samenvalt als het volledig zuiver is. Vandaag in de coaching kon ik voelen hoe waar dit is.
Dus dank J. en T. voor de inzichten!
~ Annemarie Baltus
11 april 2016