Deze week viel mij opnieuw op hoeveel last je ervan kunt hebben als een waarde van jou wordt geschonden en hoe dit op de omgeving wordt geprojecteerd. Als je echter goed naar de geschonden waarde kijkt, blijkt dat het vaak een groot talent van jezelf verbergt. Vaak is deze gebaseerd op een onvervulde behoefte uit jouw jeugd. Juist omdat je het nooit kreeg, kun je het meestal ook moeilijk ontvangen, als iemand dat wat jij belangrijk vindt jou wel geeft. Je bouwt alvast een muur op om niet geraakt te worden. Ben je er nog bij?
Een voorbeeld: in de coaching ergerde iemand zich enorm hoe onzorgvuldig er wordt omgegaan met collega’s die het bedrijf moeten verlaten. Dit uitte zich bij haar in cynisme over het bedrijf en de leiding daarvan. Toen we erover doorpraatten bleek dat het zorgvuldig afhandelen van het soort zaken waar mensen regels raken, een kwaliteit van haar was. Het zorgvuldig met gevoelens omgaan kende zij niet vanuit haar jeugd. Haar gevoelens deden er toen niet toe. Daarom vond zij het zo belangrijk om rekening te houden met gevoelens van anderen.
Hiermee is haar schade omgezet in een schat naar anderen, maar nog niet naar haarzelf. Als zij ervoer dat collega’s onzorgvuldig met haar omgingen, dan veroordeelde zij dit ook. Ze werd normatief en cynisch. Ze verborg zich achter een fatsoensmasker: ‘Ik mag toch van een directie verwachten dat…’. Ook dit is een vorm van projectie: je bent geraakt en in plaats van te voelen, duw je het van je af naar de omgeving, waardoor je niet zorgvuldig omgaat met je eigen gevoel. Het beschermt je wel. Door te projecteren hoef je niet te kijken naar een oude pijnplek die wordt aangeraakt.
Wat je projecteert verwijst altijd naar pijnplekken van vroeger. Als je je daar niet bewust van bent, en je gaat niet zelf voor die pijnplekken zorgen, dan kom je niet in je kracht. Je bent dan afhankelijk van de zorgvuldigheid van de omgeving en als die zorgvuldigheid er niet is, dan raak je gefrustreerd. Zolang je niet op een constructieve manier met jezelf omgaat, kan er in je omgeving ook onzorgvuldig met jou worden omgegaan. Totdat je dit een keer doorbreekt.
Dat doorbreken doe je door je te realiseren dat in de projectie op je omgeving een waarde is verborgen, iets wat jij belangrijk vindt, en dat je dat mag laten zien. In het bovenstaande voorbeeld betekent het: Aangeven dat jij ervaart dat er niet zorgvuldig met je wordt omgegaan en dat je daar last van hebt. Vervolgens kun je vragen aan de ander of het anders kan en aangeven wat nodig is voor jou. De ander is dan vrij om dat wel of niet te doen. Jij mag dan weer voelen wat dat met jou doet en dat teruggeven.
Dit is de essentie van communicatie. Durven toelaten wat er echt in jou leeft en blijven uitwisselen wat je ervaart in de interactie tussen jezelf en de ander. Steeds opnieuw en weer opnieuw en opnieuw. Zo ontdek je wat jij werkelijk belangrijk vindt, waar jouw talent ligt en dan wordt je stevig in jouw communicatie naar jezelf en naar anderen.
Het is belangrijk om je bewust te worden van het feit dat wat jij vanzelfsprekend vindt, dat voor een ander niet zo hoeft te zijn en het je stoort als een ander het niet doet. Het is vaak een talent van jou wat jij mag geven aan anderen. We zijn allemaal complementair.
Zelf heb ik dit met diepgang. Ik erger me aan oppervlakkigheid. Maar ik realiseer me de laatste tijd steeds meer dat diepgang mijn kwaliteit is. Ik vind dat belangrijk om te brengen in mijn contact met anderen. Hoe meer ik mijn kwaliteit in eigendom neem, hoe minder ik me erger aan oppervlakkigheid.
Ik oefen dit met mijn man. In mijn ogen neigt hij naar oppervlakkigheid in gesprekken. Daar kan ik me echt aan ergeren. Zijn kwaliteit is dat hij heel veel ballen in de lucht kan houden. Dat kan ik nou weer niet en het is fijn te zien dat zijn kwaliteiten die van mij aanvullen. Het heeft even geduurd, maar daar kan ik nu van genieten. En die diepgang? Dat kan ik prima brengen in contact met mensen. Het is mijn werk geworden.
~Annemarie Baltus
23 september 2016