In de coaching sprak ik vandaag met D. over dominantie. D. heeft de kracht van zacht voorop en haar harde kracht nog teveel onder water. Ze bewondert mensen die goed voor zichzelf op kunnen komen en zich direct uitspreken. Zij heeft dat minder. Ze laat zich net even te vaak in een hoekje drukken, waarna zij zichzelf afvraagt wat er precies is gebeurd. Dit bevalt haar niet. D. heeft een groot verlangen om in haar kracht te staan en te durven delen wat er in haar omgaat op het moment dat het spannend is. Ze wil van de frustratie af die zij opbouwt omdat ze te lang wacht met uitspreken.
Direct zijn en zeggen wat er in je leeft. Heerlijk lijkt haar dat. De bewondering voor dominantie is wijdverspreid. D. duikt de vergelijking in en ze komt er zelf bekaaid af. Dominante collega’s die bij iedereen, dus ook bij haar, over een grens gaan, die presteren toch echt stukken beter dan zijzelf. D. zet hen op een voetstuk en zij is niet de enige die dit doet.
Vergelijken is een eigenschap van het Ego. Als je de kracht van zacht hebt, dan zak je voor de Ego-test. Dominantie, ruimte innemen, is beter voor de overleving dan onderdanigheid en ruimte geven. Het is het primitieve bewustzijn wat hier spreekt. Dat is niet het bewustzijn waarmee je als mens je hogere potentieel vrij krijgt.
Als je wilt groeien is het van cruciaal belang dat je niet vergelijkt, maar dat je gelijke waarde geeft aan wat jij ervaart en wat de ander ervaart. Of je nu dominant bent of onderdanig, zet jezelf naast de ander. Zet jezelf er niet boven of onder. Het gaat niet om beter of slechter. Zet jezelf ernaast.
Het is een vergissing om een waardeoordeel te geven over wat beter of slechter is. Als je te dominant bent, heb je kracht die je mag temmen. Als je te weinig in je kracht staat, heb je kracht die je mag bevrijden. Als je het teveel aan kracht niet temt, krijg je uiteindelijk oorlog, en als je de kracht onder water laat, bevrijd je je potentieel niet.
Beide krachten, ruimte geven, ruimte innemen zijn van even grote waarde. Het moment bepaalt wat nodig is. Soms ruimte geven, soms ruimte innemen. Of je nu over je grenzen laat gaan of dat je over grenzen van anderen gaat, het is een even grote vergissing. Het vraagt allebei om correctie. Kom erop terug, ga het gesprek aan over waar je teveel of te weinig ruimte inneemt en zie het als een belangrijke ervaring voor je groei.
Het schuitje waar je beiden in zit is hetzelfde: als je op de grond van een ander staat, vraagt de situatie dat je de relatie herstelt en als je over je grenzen laat gaan, dan mag je daarop terugkomen. Of niet. Maar voor het niets doen betaal je uiteindelijk de hoofdprijs. Je creëert ruis in de relatie en op lange termijn betekent dit dat je een crisis creëert. Met die persoon of met een ander. Uiteindelijk mag je aan de bak met dit aspect in jezelf.
Als je hiervan wilt leren, dan heb je bewustzijn nodig. Bewustzijn dat je teveel of te weinig ruimte inneemt. Word alert op het zachte innerlijke stemmetje wat je de weg wijst. Leer de omgeving op uit te zetten, naar binnen te gaan en te luisteren naar wat deze stem je zegt. Maak vanuit dit gebied contact. Eerst met jezelf, dan met de ander. Als je dit leert, stapje voor stapje, neem je meer en meer je eigen grond in. Dat betekent dat je dicht bij jezelf blijft op steeds meer momenten. Je neemt ruimte in als het nodig is. Je geeft ruimte als dat nodig is. Je bent niet dominant, je bent niet onderdanig, je bent gewoon jezelf. En dat is genoeg. Meer dan genoeg. Je zult als authentiek ervaren worden.
Uiteindelijk wint zacht het van hard. Maar zover is het nog niet. We zijn nog wel even bezig om met elkaar te oefenen en wat aan te klungelen.
~ Annemarie Baltus
7 maart 2017