Met L. loop ik door het bos. We ronden het traject af. L. heeft geworsteld met zijn onvermogen om te functioneren in een groep. L. was vroeger minder sociaal vaardig en hoogbegaafd en dat was genoeg om er niet bij te horen.
‘Ik ben anders dan anderen. Zij zijn normaal. Ik niet.’ L. heeft lang geprobeerd om ‘normaal’ te doen. Maar ja, wat is nou normaal? Hoe normaler hij probeerde te doen, hoe groter de afstand.
Tot zichzelf.
Dan is het dus heel belangrijk dat je in een groep leert om hier mee om te gaan. En zo geschiedde. Meer dan een jaar was er geen ontkomen aan.
‘Het belangrijkste wat jij mij hebt meegegeven is, dat als ik afstand ervaar, ik het zelf heb gemaakt.’ zegt L.
Ik kan het me niet meer herinneren dat ik het heb gezegd, en denk er zelf ook weer over na.
Briljant is L.
Door deze essentie te pakken, zijn alle schuilplaatsen van L. aan de orde geweest. Alle overtuigingen om een muur te bouwen, waar hij zich achter kon verschuilen. Alle redenen om zich vooral niet te geven en niet te binden. Alle muurtjes zijn afgebroken.
‘Als ik afstand ervaar, heb ik het zelf gemaakt.’
Achter alle muurtjes, wat voor vorm ze ook hebben, hoe gelikt ze er ook uit zien, hoezeer je jezelf er ook van overtuigd dat het nodig is, voel je afstand. En als je afstand ervaart, heb je het zelf gemaakt.
L. neemt verantwoordelijkheid voor de muur. Als hij de afstand oplost is de muur verdwenen. Je lost de afstand op door deze te voelen, het anders te zien en in het contact te leggen. Dicht bij jezelf.
‘Als ik afstand ervaar, heb ik het zelf gemaakt.’
L. heeft door als hij per ongeluk een muurtje opbouwt. Soms wil hij er ook gewoon nog even achter schuilen.
Ik ben trots op L.
Wat een groei.
Wat een waardevol werk heb ik.
~Annemarie Baltus
12 februari 2019